Overslaan en naar de inhoud gaan

Wat is gemeenschapsdienst?

Gemeenschapsdienst wordt door de Jeugdrechter opgelegd als maatregel of sanctie waarbij de jongere in zijn vrije tijd werkt bij een non-profit organisatie zonder vergoeding. Gemeenschapsdienst is van toepassing op jongeren die tussen 12 en 18 jaar zijn op het moment van het plegen van een jeugddelict. Het aantal uren dat de jongere zal werken, wordt vastgesteld in de beschikking of het vonnis van de Jeugdrechter.

Gemeenschapsdienst biedt veel leermogelijkheden voor de jongere en daagt de vaardigheden uit. Het doel van gemeenschapsdienst is dat de jongere een waardevolle bijdraagt levert aan een werkplaats die zich inzet voor een sociaal, humanitair of openbaar nut. De jongere wordt hierbij ondersteund door de begeleider.

Voorbeelden van potentiële werkplaatsen: een woonzorgcentrum, een kringloopwinkel, de gemeentelijke groendienst,...

Doel van de gemeenschapsdienst

  1. Herstel

    De gemeenschapsdienst dient als vorm van symbolisch herstel naar de samenleving. Eventueel kan er gekeken worden of de werkplek aansluit bij het gepleegde delict, waardoor de jongere ook indirect iets terugdoet voor het slachtoffer en verantwoordelijkheid neemt voor de geleden schade.

  2. Verantwoordelijkheid opnemen

    Door het uitvoeren van de gemeenschapsdienst toont de jongere zijn verantwoordelijkheid tegenover de samenleving. Gedurende het traject wordt de jongere gestimuleerd om zoveel mogelijk zelf de touwtjes in handen te nemen zoals het kiezen van een geschikte werkplaats en het mee opstellen en naleven van afspraken.

  3. Opvoedkundig

    Naast het bijdragen aan het herstel naar de samenleving heeft de gemeenschapsdienst ook een belangrijke pedagogische doelstelling. Tijdens het uitvoeren van de gemeenschapsdienst verwerft de jongere nieuwe vaardigheden die meegenomen worden naar de toekomst en latere loopbaan.

Hoe verloopt een gemeenschapsdienst?

Het traject kan worden opgesplitst in drie fasen:

  1. Kennismaking en keuze werkplaats

    Het traject start met een kennismaking met de jongere en zijn context. Deze kennismakingsfase is essentieel om de jongere te kunnen ondersteunen bij het vinden van een passende werkplaats. de begeleider houdt daarbij rekening met verschillende factoren waaronder de aard van het delict, leeftijd, studierichting, de capaciteiten, het takenpakket, de interesses, beschikbaarheid van de werkplaats en de woonplaats.

  2. De gemeenschapsdienst

    Tijdens deze fase gaat de jongere aan de slag met het uitvoeren van de gemeenschapsdienst. Het is de verantwoordelijkheid van de jongere zelf om het traject succesvol af te ronden. De begeleider en context bieden hierbij de nodige ondersteuning. Gedurende het traject houdt de begeleider contact met zowel de werkplaats als de jongere om te evalueren hoe alles verloopt.

  3. Afrondende fase

    In de afrondingsfase bespreekt de begeleiding het verloop van de gemeenschapsdienst met de jongere tijdens een individueel gesprek. Hierna vindt er ook een afrondend huisbezoek bij de jongere en zijn context plaats waarbij het eindverslag van HCA-BIC en het evaluatieverslag van de werkplaats worden doorgenomen. De verslagen worden uiteindelijk overhandigd aan de Jeugdrechter.

Meer info lees je in deze folder:


Contactgegevens

HCA-BIC organiseert gemeenschapsdienst.

De supervisor ad interim  is Heleen Herten: 0470 70 33 36 of heleen.herten [at] emmaus.be (heleen[dot]herten[at]emmaus[dot]be). Zij is het aanspreekpunt voor AANMELDINGEN

De begeleiders van HCA-BIC kan je bereiken op 015 28 07 59 of bic [at] emmaus.be (bic[at]emmaus[dot]be).

De verantwoordelijke is Greet Amelinckx: 0470 45 36 80 of greet.amelinckx [at] emmaus.be (greet[dot]amelinckx[at]emmaus[dot]be).

Faxnummer van HCA-BIC: 015 20 89 18